Inleiding Vedische Astrologie
De Vedische astrologie vindt haar wortels in de Vedische cultuur. Traditioneel gepositioneerd in India enkele duizenden jaren vóór onze jaartelling. Het is zeker, dat deze cultuur een zeer hoog niveau heeft gekend zowel in spiritueel als in wereldlijk opzicht en op onnavolgbare wijze filosofie en wetenschap wist te verenigen. De Vedische traditie is gebaseerd op vier Veda’s die oorspronkelijk mondeling werden doorgegeven en pas veel later op schrift zijn gesteld. De Veda’s zijn sterk filosofisch van aard, maar hebben ook onderdelen die de meer praktische kanten van het leven afdekken. Jyotish of de Vedische astrologie is er daar één van. De traditionele werken van de Vedische astrologie zijn uiteindelijk opgeschreven in het Sanskriet. Het meest belangrijke en bekende werk is de Bṛhat Pārāśara Hora Śāstra, dat wordt toegeschreven aan de wijze Pārāśara waarvan gezegd wordt dat hij leefde ten tijde van de Mahābhārata oorlog. Het werk is vrijwel zeker samengesteld vanuit oudere Vedisch astrologische werken. Veel van de Vedisch astrologische traditionele werken zijn vanuit het Sanskriet vertaald naar het Engels. Daarnaast zijn er ook hedendaagse Westerse auteurs die goed toegankelijke leerboeken hebben geschreven. De Vedische astrologie verschilt van de Westerse astrologie in een aantal aspecten. Er wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van de siderische en niet van de tropische dierenriem. Daarnaast worden Uranus, Neptunus, Pluto en ook asteroïden normaliter niet in de analyse betrokken. Tevens is er een belangrijke plaats ingeruimd voor het toepassen van voortekenen (Nimitta). Na het volgen van een opleiding tot Vedisch astroloog kun je – vergelijkbaar met de opleiding tot Westers astroloog – consulten geven met betrekking tot geboortekaarten in termen van psychologisch profiel en een evaluatie van de gebieden van het leven (werk en beroep, relaties, financiën enzovoorts). Of, heel specifiek, ondersteuning bieden bij het beantwoorden van belangrijke vragen en bij het uitzoeken van gunstige momenten voor het starten van een belangrijke activiteit.
In de Vedische traditie worden vier Veda’s onderscheiden: de Ṛgveda, Yajurveda, Sāmaveda en Atharvaveda. De zes aanhangsels of Vedāñga’s zijn:
* Śikṣā of intonatie,
* Candas of metrum,
* Vyākaraṇa of grammatica,
* Nirukta of etymologie,
* Jyotiṣa of sterrenkunde,
* Kalpa of ritueel.
Jyotiṣa of sterrenkunde wordt vervolgens onderverdeeld in:
* Gola of observatie,
* Ganita of berekeningen,
* Jātaka of geboorte-horoscopie,
* Praśna of uurhoek-horoscopie,
* Muhūrta of electionele horoscopie,
* Nimitta of voortekenen.
Zoals aangegeven verschilt de Vedische astrologie van de Westerse astrologie in een aantal aspecten. Zo is bijvoorbeeld ook de horoscoopweergave verschillend; geen cirkelvorm maar blokjes of ‘wiebertjes’. Er wordt meestal gebruik gemaakt van een vereenvoudigd Huizensysteem: het dierenriemteken waarin de ascendant valt is Huis 1, en vervolgens wordt per dierenriemteken doorgeteld; dus het volgende dierenriemteken is Huis 2 enzovoorts. Een ander belangrijk verschil is de aspecten, die in de Vedische astrologie per planeet worden beschouwd. Verder zijn er talloze specifieke combinaties tussen planeten, huizen en dierenriemtekens (Yoga’s) die ieder een specifieke uitwerking in de horoscoop hebben. Dierenriemtekens worden verder onderverdeeld in Maanhuizen (Nakṣatra’s) en decanaten, die ieder een rijke verzameling symbolen bevatten die gebruikt worden bij de duiding van de horoscoop. Verder is er een uitgebreid stelsel van subkaarten die gebruikt worden bij de diverse gebieden van het leven en is er een goedwerkend dynamisch perioden- en transits-systeem. (wanneer komt wat sterk naar voren)